Tandplak en tandsteen

 

Gebit van hond met tandsteenvorming

In feite is het gebit van hond en kat aangepast aan het verscheuren en verkleinen van prooidieren.

Bij de “wilde voorgangers” van onze huisdieren gebeurt de reiniging van het gebit voor het grootste gedeelte vanzelf : het vangen en verscheuren van een prooi en het fijn knagen van bindweefsel, kraakbeen en bot leidt tot een goede schurende reiniging van het gebit.

Onze honden en katten leiden wat hun voeding betreft een heel ander leven dan hun "wilde voorgangers". Zowel de droge brokken als de blikvoeding die wij onze huisdieren te eten geven, doen niets voor het schoonhouden van het gebit. Het gebit moet nog nauwelijks werken, zelfs echt kauwen is dikwijls niet meer nodig. De schurende reiniging is dus weggevallen waardoor de tandplak die altijd op tanden en kiezen ontstaat niet meer op een natuurlijk manier wordt weggeschuurd.

Zo ontstaat zowel bij honden als katten langzaam een bruine aanslag – tandsteen - op het gebit van onze dieren. Het bestaat uit voedsel- en speekselresten en bacteriën.

De zouten in het speeksel kunnen de tandplak doen verharden (verkalken) tot harde tandsteen. Doordat tandsteen een ruw oppervlak heeft, wordt er steeds meer tandplak afgezet dat op zijn beurt weer verkalkt tot tandsteen. Zo kunnen dikke lagen tandsteen ontstaan.

Dit gebeurt op het glazuur van de kroon van de tand vooral tegen het tandvlees aan. Langzaam werkt het tandsteen zich als een wig onder het tandvlees.

 

Gevolgen

De eerste en meest opvallende verschijnselen zijn:

•  een vies gebit (bruine verkleuring)
•  een onfrisse adem
•  op dit tandsteen kunnen zich bacteriën verzamelen en vermenigvuldigen (infectie in de mondholte).
•  Gingivitis: reversibele ontsteking van het tandvlees : rood, opgezwollen, pijnlijk tandvlees .
•  Paradontitis: irreversibele beschadiding van de steunstructuren (tandvlees, bot, peridontale ligamenten.

 

 

 

 

Dit heeft als mogelijke gevolgen dat:

•  het tandvlees zich terug trekt waardoor de kwetsbare hals van de tand bloot komt te liggen
•  afbraak van het kaakbot
•  de wortels van de reeds kwetsbare tanden en kiezen los komen

 

 

Ondanks dit alles kan het zijn dat de dieren ogenschijnlijk weinig problemen hebben met kauwen, tenzij ook de grote kiezen aangetast zijn.  Soms echter kunnen bacteriën uit ontstekingshaarden vanuit het tandvlees en het gebit via de bloedbaan verspreid worden en ontstekingen veroorzaken elders in het lichaam: hartkleppen (endocarditis), nieren, tussenwervelschijven…

Hierdoor is tandsteen de grootste verantwoordelijke voor gebitsproblemen.

 


Preventie

Als u wilt proberen te voorkomen dat uw huisdier tandsteen krijgt moet u goed op z'n voeding letten. Hoe minder het dier moet kauwen op het voedsel, hoe gemakkelijker het tandsteen krijgt. Zorg dus voor voedsel dat uw dier dwingt tot kauwen. Geef dus liefst harde brokken en laat de hond ook regelmatig op kluiven of kauwbotten kauwen. Ook bestaat er een speciale voeding waarvan de brokken zo zijn samengesteld dat de dieren worden gedwongen om goed te kauwen .

Controleer regelmatig - door het optrekken van de lippen van uw huisdier – de tanden,vooral de hoektanden en de grote kiezen helemaal achterin de mond, op de aanwezigheid van tandsteen.

Geef nooit tussendoortjes die niet speciaal als honden- of kattensnoepje bedoeld zijn, want suiker tast het gebit aan.

In de handel zijn er ook kluiven gemaakt van bullepezen of runderhuid, waar uw hond al spelend zijn gebit mee poetst. Voor u kat kunt u geregeld iets geven waarop ze internsief moeten knagen.

U kunt ook proberen om de tanden van uw dier te poetsen. Als u hier op jonge leeftijd mee begint, laten ze dit meestal na enig oefenen goed toe. Doe dit met een zo zacht mogelijke tandenborstel. Het gebruik van tandpasta is niet echt nodig, gebruik zeker nooit tandpasta die voor mensen gebruikt wordt. Als u toch kiest voor een tandpasta, neem er dan een die kan doorgeslikt worden. Er zijn speciale honden- en kattentandpasta's (met lekkere smaken) en tandenborstels in de handel. Normaal gesproken is het voldoende als u een drietal maal per week, met kleine cirkelvormige bewegingen, het gebit van uw huisdier poetst.

Toch zal het ondanks al deze voorzorgen toch nodig zijn geregeld het gebit van uw dier te laten onderzoeken door uw dierenarts die dan kan vaststellen of een behandeling noodzakelijk is. Bij uw jaarlijkse bezoek aan de dierenarts i.v.m. de inentingen, zal hij/ zij het gebit altijd even controleren.

Samengevat:

1. Regelmatige gebitscontrole door dierenarts
2. Home care:
  • Tanden poetsen
  • Kauwbotje
  • Eventueel aangepaste voeding ( Hill's T/D)

 

 

 

 

 

Behandeling

1. het verwijderen van het tandsteen (detartratie).

Dit moet gebeuren onder algemene verdoving.
Het detartreren gebeurt met een instrumentarium dat gelijkt op dat dat de tandarts bij ons gebruikt.

Van begin tot eindresultaat:

 
 
 

 

 

 

 

 


Na de detartratie wordt het gebit ook gepolijst om de aanzet van nieuwe tandsteen te vertragen.

Als het gebit goed schoongemaakt is wordt het nauwkeurig op andere problemen gecontroleerd: rotte en loszittende tanden worden verwijderd. Katten en honden kunnen perfect verder zonder enkele tanden of kiezen.

Desgevallend wordt er een antibioticakuur voorgeschreven om de ontsteking van het tandvlees te genezen.